Concert Bruckner
‘Een aandenken aan de zalige, vurig geliefde en onsterfelijke meester’, zo karakteriseerde Anton Bruckner het bloedmooie, elegische Adagio uit zijn Zevende Symfonie. Tijdens het werk aan deze symfonische mastodont, in februari 1883, vernam de Oostenrijkse componist dat zijn grote idool Richard Wagner was overleden. Prompt besloot Bruckner om zijn Adagio als een groots ‘inmemoriam’ op te vatten, met de nobele klanken van Wagner-tuba’s. Met zijn Zevende Symfonie beleefde de 60-jarige Bruckner eindelijk zijn doorbraak als groot en eigenzinnig symfonicus en dit na ettelijke jaren van genadeloze kritiek en spot. Tegelijk geldt het werk, dat mede zijn onsterfelijkheid dankt aan de film Senso van Luchino Visconti, als dé ideale introductie tot Bruckners omvangrijke symfonische oeuvre. De grootse architectuur, de verheven, hymnische uitdrukking en de zin voor ruimtelijke expansie, zo eigen aan de componist, vloeien op een heel natuurlijke en geïnspireerde wijze samen. ‘Muziek van boven de boomgrens’, zo karakteriseerde maestro Bernard Haitink ooit dit unieke sonore universum. Evengoed is de overweldigende klankkathedraal van Bruckners Zevende een immersieve ervaring zonder weerga.